Robert Steenmeijer (42) behaalde zijn gidsendiploma in 1989 in Oostenrijk. Zijn kleinschalige organisatie RSB (Robert Steenmeijer Bergsport) is gespecialiseerd in toerski- en klimexpedities naar alle mooie en hoge gebergten over de hele wereld.
Zijn programma bevat onder meer expedities naar de Alpamayo in Peru, de Aconcagua in Argentinië en de Ama Dablam in Nepal.
Daarnaast is Steenmeijer ook de auteur van de boeken 'Touwtechnieken voor de bergsport', 'Alpiene gevaren' en 'Touwtechnieken voor de bergsport op rugzakformaat'
Waarom ben je gids geworden?
Toen ik voor de eerst, op mijn 15e, in de bergen kwam werd dat een soort jongensdroom van me. Maar toen nog niet meer dan een droom. Ik mocht, begrijpelijkerwijs, van mijn ouders op die jonge leeftijd nog niet alleen de bergen in en daarom volgde ik het hele opleidingstraject van de KNAV, van beginnerscursus tot en met Hoofdinstructuer. Vanaf mijn 17e leidde ik heel veel cursussen en tochten van de KNAV om zo de hele zomer lekker in de bergen te kunnen zijn. Dit was voor mij een veilige en goedkope manier om veel te klimmen. Dit leiden van cursussen vond ik zo leuk dat ik daar mijn beroep van wilde maken.
Wat voor werk zou je doen als je geen berggids zou zijn?
Waarschijnlijk na mijn Gymnasium een universitaire studie afronden en het bedrijf van mijn ouders overnemen. Zij hadden een goedlopende handelsonderneming. Ik wilde echter het liefst de bergen in en niet op kantoor zitten.
Je hebt gekozen voor de Oostenrijkse opleiding, waarom?
Aanvankelijk wilde ik het graag in Engeland doen, maar daar lieten ze geen buitenlanders toe. Duitsland was wel mogelijk maar daar hebben ze, net als in Nederland, geen echte bergen. Dus dat viel af en ik kwam al wel jaren in Oostenrijk om te klimmen. Ik kende van mijn kaderopleidingen enkele Oostenrijkse gidsen die wel wat in me zagen en me wilden helpen.
Wat was het grootste struikelblok tijdens je opleiding?
In de eerste plaats dat ik geen Oostenrijker was (niet-Oostenrijkers waren nog nooit toegelaten) en velen gingen er à priori vanuit dat iemand die onder de zeespiegel opgegroeid is geen berggids kan worden. Een ander groot probleem was dat ik geen ski-ervaring had. Het kostte me 2 ½ jaar voor ik slaagde voor de toelatingsexamens.
Hoe hou je je vakkennis op peil ten aanzien van materialen, techniek, etc.
In de eerste plaats door heel veel op pad te zijn; met klanten, klimmaatjes en collegae. Met name in zware, alpien-technisch interessante routes, zowel in de Alpen als daarbuiten leer je elke keer weer wat bij. Een combinatie van je oren en ogen openhouden, gesprekken met andere ervaren klimmers, maar ook de feed-back van klanten. Van het schrijven van mijn boeken en het daarmee verbonden onderzoek en overleg met andere professionals heb ik veel geleerd. Zo voorkom je dat je blijft hangen in je eigen gewoonten.
Waar woon je?
In Amsterdam. Er is meer in het leven dan alleen klimmen en toerskiën. Ik heb vijf jaar in de bergen gewoond en dat is natuurlijk prachtig al die bergen om je heen, maar het is wel een beetje saai 's avonds. Ik wil ook wel eens naar het theater en dat is een beetje moeilijk in Chamonix.
Waar uit bestaan jouw werkzaamheden?
Voor het grootste deel uit het organiseren en begeleiden van expedities. In de Alpen doe ik niet zo gek veel meer, de grotere dingen zijn leuker. Dat is wat meer een uitdaging en heb ik meer plezier in. Daarnaast schrijf ik natuurlijk nog boeken over de bergsport.
Wat verdient een gids?
Het hangt er van af wat je er zelf van maakt. Als gids ben je vrij om te klimmen wat jezelf wilt. Ga je gidsen op de Mont Blanc dan zijn er veel kapers op de kust en moet je voor vrij lage tarieven werken in vergelijking als je wat exclusievere beklimmingen doet. Het schrijven van boeken doe ik er in de eerste plaats bij omdat ik het leuk vindt, maar niet omdat ik er rijk van word.
Wat maakt het werk leuk?
Het is heel bevredigend als mensen je inhuren om iets te doen en daarna tevreden weer terugkomen en ze bovendien een hoop plezier hebben gehad. Ik vind het ook erg leuk als klanten hele zware en moeilijke routes met me willen klimmen.
En wat is minder leuk?
Ik heb met klanten gelukkig nog nooit een ongeluk of andere ellende meegemaakt. Maar ik merkte wel dat op een gegeven moment een aantal dingen een beetje begonnen te vervelen. De Mont Blanc heb ik nu wel twintig keer beklommen en dat geloof ik nou wel. Ik vind het ook geen mooie berg, het is veel te vol en in feite een vrij saaie wandeling.
Met wat voor gevaren heb je te maken tijdens je werk?
In principe heb je te maken met dezelfde gevaren als ieder andere alpinist. Alleen heb ik de verantwoordelijkheid voor mijn klanten. Daar zitten natuurlijk ook minder ervaren mensen bij die fouten maken die je niet altijd verwacht. Daarom moet je altijd dubbel alert zijn. Een klant heeft het recht om overal uit kunnen glijden en te vallen en het is mijn taak om er dan voor te zorgen dat er dan niks gebeurt.
Ben je zelf wel eens in gevaar geweest?
Twee keer ben ik ervan overtuigd dat ik het niet zou overleven. De eerste keer in Tadzjikistan toen mijn expeditiemaat en ik een bombardement van ijsblokken over ons heen kregen. De tweede keer in Tibet toen ik op 8050 meter, zonder zuurstof, ernstig hoogteziek werd en er niemand was om me te helpen. Beide keren was ik erg verbaasd dat ik overleefd heb.
Heb je wel eens iemand moeten redden?
Ja, vrij vaak. Om je heen zie je regelmatig ongelukken gebeuren en ook als er in de buurt van een hut iets gebeurd, ben je als gids de aangewezen persoon om hulp te bieden. Vaak komt echter elke hulp te laat. Bovendien ben ik twee jaar als vrijwilliger actief geweest bij de Innsbrucker bergredding. Ik heb al veel klimmaten verloren in de Alpen, maar ben daar gelukkig nooit direct bij betrokken geweest.
Noem een gebeurtenis (gek, gevaarlijk, leuk, etc) die je het meest is bij gebleven en waarom?
Dat zijn toch wel al die prachtige expedities die ik heb gedaan. Ik stond een keer op de Mount McKinley en een van mijn klanten barstte in snikken uit en viel me om mijn nek. Zo gelukkig was hij dat hij de top had gehaald. Met een goede vriend de Walkerpijler beklimmen was fantastisch. Maar dat geldt ook voor de Half Dome, de Alpamayo en nog zoooo veel bergen. Ik heb met Joe Simpson het Diamond Couloir op de Mount Kenya gedaan. Een prachtige route en een interessante klimpartner. Dat was letterlijk 'gek, gevaarlijk, leuk, etc'.
Wat is het grootste misverstand over berggidsen?
Dat ze niet tot tien kunnen tellen. De gidsenopleiding is geen universitaire opleiding en gidsen hebben wel een beetje de naam dat het domme jongens zijn met alleen een paar hele sterke benen. Maar als je wat wilt bereiken als gids moet je wel meer in je mars hebben dan alleen een paar sterke benen en grote longen. Vooral in de Alpen wordt er wel eens op ons werk neergekeken.
Wat is jouw mening omtrent het tragische ongeluk in de Sierra Nevada?
Ik vind het heel goed dat het tot een rechtzaak gekomen is. Als je zo loopt te klungelen dan vind ik het niet meer dan terecht dat je wordt aangepakt.
Klungelen?
Ja, absoluut. En in mijn ogen zijn zowel de organisatie als de reisleider de fout ingegaan.
Heb je nog tips voor lezers die zelfstandig de bergen in willen trekken?
Realiseer je dat aan de bergsport gevaren zijn verbonden; ik heb er nota bene een heel boek over geschreven. Laten we niet doen dat het niet gevaarlijk is, maar het is geen zelfmoord. Je hoeft echt niet overal een berggids voor in te huren, maar zorg wel voor een goede uitrusting en opleiding als je de bergen intrekt.
Tot slot?
Ik ben bezig met een mooie expeditie naar de Ama Dablam in Nepal waar de mensen zich nog voor op kunnen geven. Bovendien heb ik mijn oude plan om een Nederlandse gidsenopleiding te beginnen weer opgepakt. We gaan komend voorjaar van start.